Literatuur
- Timmers, J.J.M., Symboliek en iconographie der Christelijke kunst. Roermond & Maaseik (Romen), 1947. [1125 blz. plus 137 afb. ISBN -]. Hierin: paragraaf-nr 702 ("De sinds het begin der Renaissance zo geliefde gevleugelde engelenkopjes, zouden volgens sommigen reeds uit de oud-christelijke tijden afkomstig zijn en toen zijn toegepast ter versiering van flabella, die bij het H. Offer gebruikt werden. Deze werden getooid met een afbeelding van een Serafijn of Cherubijn, die dan gereduceerd werd tot een gevleugeld hoofd. In de Italiaanse kunst ontmoeten wij hen weer vanaf de 14de, in de kunst der noordelijke landen vanaf de 15de eeuw. Men pleegt hen met de banaming Cherubijnenkopjes aan te duiden" - dit is de relevante tekst volledig)
- Maes, Edwin, "Funeraire symboliek". In: GM kwadraat (erfgoedblad van Utrecht) [ISSN 1571.442X], [herfst] 2005 - nr 3, blz. 8-11. Hierin: blz. 9, 11 ("De engelenfiguur, bemiddelaar tussen het aardse en het hemelse en als zodanig boodschapper van God, komt nog steeds veel voor. De cherubijn, het gevleugelde engelenkopje dat men vaak op kindergraven aantreft, vertegenwoordigt de hemelse sferen" - dit is de relevante tekst volledig)